I – zijn, zich bevinden
Dit karakter verwijst naar de ontelbare lichaamshoudingen
en handelingen die men kan volbrengen in een staat van verhoogd bewustzijn. Het duidt aan dat men volledig vrij is van twijfel, angst of onzekerheid, en dat men alles doet met de juiste overtuiging.
AI – harmonie, eenheid
Dit karakter verwijst naar de harmonie, de eenheid,
de gehele controle van lichaam en geest op een
welbepaalde plaats in een welbepaalde situatie.
DO – de weg
Dit karakter duidt aan dat men met het zwaard de weg volgt die wordt aangeduid in de vorige karakters. Het volgen van deze weg leidt tot zelfrealisatie. Dit doel is enkel te bereiken via een doorgedreven training. De hoofdbedoelingvan Iaido is zeker en vast niet het neerslaan van personen met het zwaard. Juist dit punt maakt het Iaido zo moeilijk te begrijpen voor beginners.
Iaido (居合道; Japans: iaidō) is te omschrijven als de kunst van het snel en vloeiend trekken van het zwaard, gevolgd door een aanval en behoort tot het budo. Iaido is sterk verwant aan andere Japanse vechtkunsten als kendo, shinkendo en jodo. Het komt voort uit de culturele krijgstraditie van de samoerai (bushi) van het klassieke Japan.
Iaido wordt beoefend met een houten zwaard (木剣 = bokken), metalen oefenzwaard (居合刀 = iaitō) of gesmeed scherp zwaard (真剣 = shinken). Welk type zwaard wordt gebruikt heeft veelal te maken met de mate van geoefendheid van de iaidoka.
Iaido is opgebouwd uit de elementen:
- Nukitsuke, het trekken van het zwaard, gevolgd door een snijdende slag
- Kiritsuke, de snijdende of stekende slag na nikitsuke
- Chiburi, het afschudden van het bloed van het zwaardblad
- Noto, het insteken van het zwaard in de schede
De werkelijke krijgskunst is de kunst om de vijand te verslaan in een gevecht en niets anders.
Miyamoto Musashi, 1582-1645